De tepelpiercing wordt geplaatst in het “dopje” van de tepel, vaak tegen de tepelhof aan. Mannen hebben over het algemeen veel kleinere tepels dan vrouwen. Het kan dan verstandig zijn om de piercing wat dieper te zetten. De tepel wordt gepierced met een 1,6 mm barbell. De gepiercete tepel zal in verhouding met de andere tepel iets groter worden doordat het ringetje of staafje wordt ingekapseld door littekenweefsel. De meest voorkomende plaatsing is horizontaal, maar verticaal of diagonaal kan ook. Soms kunnen er ook twee piercings in een tepel geplaatst worden. Ze worden dan niet tegelijkertijd gezet. Pas als de eerste piercing genezen is, wordt de tweede geplaatst. Er kan ook voor gekozen worden om de piercing op te rekken, dat wil zeggen een dikkere ring of barbell plaatsen.
1 op de 10 vrouwen heeft ingetrokken tepels. Ingetrokken tepels kunnen meestal ook gepierced worden, de tepel moet dan wel op het moment van het piercen naar buiten geduwd kunnen worden. Als de piercing geplaatst wordt duwt het staafje de tepel naar buiten. Het resultaat is verschillend. Hoe makkelijker de tepel naar buiten te duwen is, des te beter wordt het resultaat.
Genezing: 9-12 maanden
De verzorging van een tepelpiercing vind je hier.